|
![]() |
|
ARBOWETGEVINGDe belangrijkste arbeidsbeschermende wet is de arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet). Onder de Arbo-wet vallen alle bedrijven, die op enig moment arbeid onder gezag inzetten, al dan niet betaald. Hierbij valt te denken naast de vaste medewerkers aan in het bedrijf werkende oproepkrachten zoals werkende scholieren, stagiaires, seizoenarbeiders, inleen- en uitzendkrachten maar ook samenwerkende vrienden, meewerkende buren en gezinsleden. Dit betekent in de praktijk dat de Arbo-wet voor nagenoeg iedere onderneming of zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) van toepassing is. In de Arbo-wet staan twee uitgangspunten centraal: · de optimaliseringgedachte; er moet gestreefd worden naar optimale werkomstandigheden; · de samenwerkingsgedachte; werkgever en werknemer(s) moeten samenwerken aan het verbeteren van de veiligheid gezondheid en welzijn.
Het Arbobesluit Het Arbobesluit vloeit voort uit de richtlijnen van de Europese Unie. Die voor een deel omgezet zijn in nationale wetgeving. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld het asbestverbod, strengere bepalingen met betrekking tot schadelijk geluid, thuiswerk, en nieuwe regels voor specifieke arbeidsmiddelen (mobiele arbeidsmiddelen richtlijn).
Arbo beleidsregels Met het inwerking treden van het Arbobesluit en de arboregeling zijn de bestaande publicatie bladen van de Arbeidsinspectie vervangen door arbobeleidsregels Arbo Informatiebladen (A-I bladen) In de zogenaamde A-I bladen geeft de overheid voorlichting over arbeidsbescherming. Niet meer en niet minder dan dat. Aan deze bladen kunnen geen rechten en plichten worden ontleend. Voor de wetshandhaving geldt het arbo besluit en de nadere uitleg over de handhaving is te vinden in de beleidsregels. Arbo thema cahiers In de arbo thema cahiers wordt over specifieke onderwerpen zoals werken onder warme omstandigheden, fysieke belasting bij het werk praktische en actuele informatie gepresenteerd, een en ander is getoetst aan de laatste stand der wetenschap en aangevuld met relevante wet en regelgeving. Herziening arbo wetDe arbo wet wordt regelmatig herzien. De laatste verandering is ingegaan op 01-01-2007. Er is meer aansluiting Er is meer aansluiting gevonden bij de Europese Richtlijnen. Specifieke Nederlandse regels (de zogenoemde “nationale kop”) worden grotendeels geschrapt. Bijvoorbeeld ten aanzien van verlichting en daglicht, toiletten, hinder van stoffen, andere zitgelegenheid bij staand werk, ladders en trappen, straling, asbest en recirculatieverbod van verontreinigde lucht.
In de doelvoorschriften wordt geformuleerd welk doel met het voorschrift moet worden bereikt. De sociale partners maken vervolgens middelvoorschriften via een arbocatalogus per branche of onderneming. Hierin wordt omschreven hoe de doelvoorschriften worden gerealiseerd. De overheid gaat ervan uit dat werkgevers en werknemers heel goed in staat zijn om een professionele arbocatalogus op te stellen. Daarom worden de catalogi niet uitgebreid getoetst. Wel wordt bekeken of de totstandkoming goed verlopen is en of de catalogus adequaat is. Samengevat wordt het volgende getoetst Ø Is beschreven voor welk werkgebied (branche, groep bedrijven) de catalogus bedoeld is? Ø Vertegenwoordigen de opstellers de werkgevers en werknemers in dit werkgebied? Ø Is de catalogus beschikbaar en bekend voor werkgevers en werknemers? Ø Wordt na navolging van de catalogus voldaan aan de doelvoorschriften? Dit punt wordt getoetst met een zogenaamde quickscan; is de catalogus begrijpelijk, logisch en niet in strijd met de wet? Catalogi die deze toets doorstaan, vormen nadat ze in een beleidsregel zijn opgenomen, een uitgangspunt voor de handhaving door de Arbeidsinspectie. Zodra werkgevers en werknemers een positief getoetste arbocatalogus hebben opgesteld voor een sector, worden de beleidsregels voor die sector ingetrokken. Drie jaar na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel worden alle arbobeleidsregels ingetrokken.
|
Arbowetgeving
Tarieven cursus VCA (+ Online opgave formulier) Tarieven voor werkplekonderzoek
|
Copyright 2007 J. van Dijk |
|